ECLI:NL:CRVB:2015:334
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- C.C.W. Lange
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de beslissing van het Uwv over recht op ZW-uitkering en geschiktheid voor arbeid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zij per 15 mei 2013 geen recht meer had op een Ziektewet (ZW) uitkering. Appellante had zich per 28 juni 2012 ziek gemeld vanwege psychische klachten en knieklachten. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts concludeerde deze dat appellante geschikt was voor de functie van wikkelaar. Het bezwaar van appellante tegen deze beslissing werd ongegrond verklaard door het Uwv. De rechtbank Noord-Holland bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 21 januari 2014, waartegen appellante in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 17 december 2014 heeft appellante aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische rapporten van het Uwv. Appellante stelde dat haar psychische klachten en beperkingen niet goed waren ingeschat. Het Uwv verweerde zich door te stellen dat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat de informatie van de behandelend psychiater was meegenomen in de beoordeling.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het medisch onderzoek van het Uwv zorgvuldig was en dat er geen reden was om te twijfelen aan de vastgestelde beperkingen van appellante. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische informatie was overgelegd die de eerdere conclusies van het Uwv zou ondermijnen. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.