ECLI:NL:CRVB:2015:3300
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag activerings- of participatiepremie op basis van reguliere vrijwilligerswerk
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Alkmaar. De appellant, die sinds 25 juli 1997 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor een activerings- of participatiepremie. Deze aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Bergen, omdat de werkzaamheden die appellant verrichtte bij Vluchtelingenwerk niet als additionele werkzaamheden konden worden gekwalificeerd volgens artikel 10a van de WWB. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat vrijwilligerswerk per definitie additionele werkzaamheden zijn, omdat dit niet in de plaats mag komen van een betaalde baan. Hij stelde dat hij de functie bij Vluchtelingenwerk alleen met speciale begeleiding kon vervullen, wat volgens hem de status van additionele arbeid rechtvaardigde. De Raad oordeelde echter dat de functie die appellant vervulde bij Vluchtelingenwerk een reguliere functie was en niet speciaal was gecreëerd voor re-integratie. De Raad bevestigde dat de begeleiding die appellant ontving niet voldeed aan de criteria voor additionele werkzaamheden, omdat deze niet specifiek gericht was op hem, maar standaard was voor alle vrijwilligers.
De Raad concludeerde dat appellant vanaf 1 januari 2012 geen recht had op de gevraagde premie, omdat zijn werkzaamheden niet voldeden aan de voorwaarden van artikel 10a van de WWB. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.