ECLI:NL:CRVB:2015:3210
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J. Riphagen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en beoordeling van nieuw gebleken feiten
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 24 augustus 2015, wordt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland behandeld. De zaak betreft de afwijzing van een verzoek om een WIA-uitkering, waarbij appellante stelt dat er nieuw gebleken feiten zijn die haar recht op uitkering zouden kunnen onderbouwen. De Raad oordeelt dat het Uwv heeft verzuimd om te beoordelen of appellante rechten ontleent aan artikel 55 van de Wet WIA. Dit gebrek in het bestreden besluit moet door het Uwv worden hersteld. De Raad benadrukt dat de beoordeling van een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering na een eerdere afwijzing zorgvuldig moet gebeuren, waarbij nieuwe feiten of veranderde omstandigheden in acht moeten worden genomen. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het besluit te herstellen, zodat een definitieve beslissing kan worden genomen over het recht op uitkering.