ECLI:NL:CRVB:2015:3206
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Terugvordering toeslag en dringende redenen in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een toeslag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van appellante, die sinds 1 januari 1992 een uitkering ontvangt op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Appellante ontving daarnaast sinds 29 september 2006 een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW). Na een handhavingsonderzoek bleek dat appellante sinds 1 april 2011 geen minderjarige kinderen meer had, wat leidde tot een herziening van de toeslag. Het Uwv vorderde het teveel betaalde bedrag van € 5.697,30 terug over de periode van 1 april 2011 tot en met 7 december 2012. Appellante maakte bezwaar tegen deze terugvordering, stellende dat zij onevenredig werd getroffen, vooral omdat zij in een schuldsaneringsregeling zat op basis van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP). Het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond, met de mededeling dat er geen dringende redenen waren om van de terugvordering af te zien.
Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank Limburg verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, en dat de gevolgen van de terugvordering niet onaanvaardbaar waren. In hoger beroep herhaalde appellante haar argumenten, maar het Uwv verzocht om bevestiging van de eerdere uitspraak. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat de terugvordering onaanvaardbare gevolgen had voor haar schuldsanering. De Raad oordeelde dat de gronden van appellante in hoger beroep voornamelijk herhalingen waren van eerdere argumenten en dat het herzieningsbesluit van het Uwv in rechte onaantastbaar was geworden. De uitspraak werd gedaan door Ch. van Voorst, met K. de Jong als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 31 juli 2015.