ECLI:NL:CRVB:2015:3191
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van aanvullende bijstand en AIO-aanvulling wegens overschrijding van de vermogensgrens en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de aanvullende bijstand en de AIO-aanvulling van appellante, die samen met haar echtgenoot van 24 juli 2009 tot 1 januari 2010 bijstand ontving. Na het overlijden van haar echtgenoot op 20 januari 2010 ontving appellante AIO-aanvulling. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft op basis van een vakantiemelding van appellante op 25 september 2012, waarin zij meldde eigenaar te zijn van onroerend goed in Turkije, besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken. De Svb stelde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door het bezit van dit onroerend goed niet te melden, waardoor haar recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. De Raad oordeelde dat appellante inderdaad over vermogen beschikte dat de vermogensgrens overschreed en dat de Svb terecht de AIO-aanvulling heeft ingetrokken. De Raad concludeerde dat de terugvordering van de AIO-aanvulling niet onevenredig was, omdat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht op bijstand zou hebben gehad als zij haar vermogen tijdig had gemeld. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, verklaarde het beroep gegrond en liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens werd de Svb veroordeeld in de kosten van appellante.