ECLI:NL:CRVB:2015:3182
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van vergoeding voor gemaakte reiskosten ten behoeve van woon-werkverkeer
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de vergoeding voor gemaakte reiskosten door een appellant die werkzaam was bij de politie in het team Noord- en Oost Gelderland. De appellant had in 2012 een vergoeding aangevraagd voor zijn woon-werkverkeer, maar heeft verzuimd om een Excelbestand in te dienen met de benodigde gegevens over zijn reisdagen en gereden kilometers. De korpschef heeft de vergoeding vastgesteld op € 351,60, wat aanzienlijk lager is dan de vergoeding die in 2011 was toegekend. De rechtbank Den Haag verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de korpschef bevoegd is om te bepalen op welke wijze aanvragen moeten worden ingediend en dat de appellant niet heeft voldaan aan de vereisten. De appellant betoogde dat de informatie op Intranet verwarrend was, maar de Raad oordeelt dat het appellant duidelijk had moeten zijn dat hij een Excelbestand moest indienen. De Raad bevestigt dat de korpschef niet buiten de grenzen van een redelijke beleidsbepaling is getreden door de aanvraag van de appellant niet te honoreren en geen uitzondering te maken voor zijn situatie. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.