ECLI:NL:CRVB:2015:3107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor woonkosten en de inspanningen van de aanvrager om goedkopere woonruimte te vinden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de weigering van bijzondere bijstand voor de woonkosten van appellante, die een woning huurde voor € 795,- per maand. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand, omdat haar woonkosten boven de huurgrens lagen en zij geen recht had op huurtoeslag. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft de aanvraag afgewezen, omdat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en appellante onvoldoende had aangetoond dat zij zich had ingespannen om goedkopere woonruimte te vinden.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat appellante zich niet voldoende had ingespannen om een betaalbare huurwoning te vinden. Appellante, die Spaanstalig is en de Nederlandse taal onvoldoende machtig, had volgens de rechtbank andere mogelijkheden moeten benutten om een goedkopere woning te vinden. In hoger beroep heeft appellante herhaald dat zij zich wel degelijk had ingespannen, maar de Raad oordeelt dat zij geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de eerdere beslissing van de rechtbank zouden kunnen ondermijnen.
De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de eerdere uitspraak. Appellante heeft niet aangetoond dat zij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om een urgentie-indicatie aan te vragen, en haar inspanningen om goedkopere woonruimte te vinden zijn onvoldoende onderbouwd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.