ECLI:NL:CRVB:2015:3104
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bijzondere bijstand voor dieetkosten en de rol van het NIBUD-rapport
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de beëindiging van eerder toegekende bijzondere bijstand aan appellante voor dieetkosten, specifiek voor een calciumverrijkt, cholesterolverlagend en eiwitverrijkt dieet. Appellante ontving tot 1 augustus 2013 een bedrag van € 137,71 per maand ter dekking van deze dieetkosten. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft op 30 juli 2013 besloten de bijzondere bijstand te beëindigen, wat appellante heeft aangevochten.
Het college heeft in een later besluit een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar gegeven, waarbij een overgangsregeling werd toegepast. Appellante ontving nog bijzondere bijstand voor enkele maanden, maar het college stelde dat er geen meerkosten verbonden waren aan het dieet van appellante. Ter onderbouwing heeft het college een rapport van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) overgelegd, waarin werd gesteld dat de meerkosten van dieetvoeding worden bepaald aan de hand van een referentievoeding. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat er geen meerkosten zijn verbonden aan het dieet van appellante. De Raad oordeelde dat het college de gegevens uit het NIBUD-rapport terecht als uitgangspunt heeft genomen en dat appellante geen voldoende tegenbewijs heeft geleverd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.