ECLI:NL:CRVB:2015:3102
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 7 januari 2013 bij het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Tijdens de aanvraag gaf de appellant aan dat hij woonde op een specifiek adres, maar later bleek dat er twijfels bestonden over zijn woonsituatie. Het college heeft onderzoek gedaan naar de woonsituatie van de appellant, waarbij onder andere een huisbezoek is afgelegd op 1 mei 2013. De bevindingen van dit huisbezoek, samen met de verklaring van de appellant dat hij tijdelijk bij familie verbleef, leidden tot de conclusie dat de appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woon- en leefsituatie.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, omdat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij daadwerkelijk zijn hoofdverblijf had binnen de gemeente Capelle aan den IJssel. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij van 7 januari 2013 tot medio februari 2013 hoofdzakelijk op het opgegeven adres verbleef. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant niet de nodige duidelijkheid heeft verschaft over zijn woonsituatie, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college de aanvraag om bijstand terecht had afgewezen.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om duidelijkheid te verschaffen over zijn woon- en leefsituatie bij aanvragen om bijstand. De Raad concludeerde dat de appellant tekortgeschoten was in zijn inlichtingenverplichting, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag.