ECLI:NL:CRVB:2015:3080
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op basis van onvoldoende inlichtingenverstrekking en vermogen
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand aan appellant, die vanaf 26 augustus 2011 een inkomensvoorziening ontving op grond van de Wet investeren in jongeren. Met ingang van 20 december 2011, na het bereiken van de leeftijd van 27 jaar, werd hem bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) toegekend. Naar aanleiding van een anonieme melding heeft een sociaal rechercheur een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. Dit leidde tot de conclusie dat appellant onvoldoende inlichtingen had verstrekt over zijn vermogen, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Deurne heeft daarop besloten de bijstand over de periode van 20 december 2011 tot en met 30 juni 2013 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zich tegen deze uitspraak gekeerd, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak. De Raad oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond hoe hij in zijn kosten van levensonderhoud heeft voorzien en dat hij in strijd heeft gehandeld met de wettelijke inlichtingenverplichting. De Raad concludeert dat het college terecht heeft vastgesteld dat appellant over vermogen beschikte dat hoger was dan het vrij te laten vermogen, waardoor hij geen recht op bijstand had.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 8 september 2015, waarbij de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.