Uitspraak
mr. Langenberg verschenen. Het Zorgkantoor heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. N. Baytemir. Ter zitting is het onderzoek geschorst.
OVERWEGINGEN
21 januari 2013 gesteld dat de handtekening op het machtigingsformulier door appellante in het bijzijn van haar moeder en een adviseur is gezet. Daarbij zijn twee brieven van de rechtbank Zeeland-West-Brabant overgelegd over het verzoek om een beschermende maatregel in het kader van onderbewindstelling en/of mentorschap over appellante.
Mr. Boemaars heeft daarbij aangegeven na te gaan of appellante niet nog zelf een bezwaarschrift zou kunnen indienen.
[naam moeder] was om aan te tonen dat de handtekening op het machtigingsformulier wel van appellante was. In ieder geval had het op de weg van [naam moeder] gelegen een begin van bewijs te leveren, bijvoorbeeld door een verklaring van de adviseur over te leggen. Nu [naam moeder] dit heeft nagelaten, heeft het Zorgkantoor zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat niet is gebleken dat [naam moeder] gemachtigd was om namens appellante bezwaar te maken. De rechtbank kan zich voorts verenigen met het standpunt van het Zorgkantoor dat [naam moeder] geen belanghebbende bij het besluit van 30 oktober 2012 is.