ECLI:NL:CRVB:2015:2985
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schending van de inlichtingenverplichting bij zorgtoeslag en bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellante, die sinds 5 maart 2009 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), heeft zorgtoeslag ontvangen van haar ex-echtgenoot. Het college van burgemeester en wethouders van Deurne heeft de bijstand van appellante herzien over de periode van 1 juni 2009 tot en met 28 februari 2013, omdat appellante deze inkomsten niet had gemeld. Het college heeft een bedrag van € 4.487,05 bruto en € 152,- netto teruggevorderd van appellante.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep betwistte appellante de schending van de inlichtingenverplichting en stelde dat zij hierover had gesproken met haar contactambtenaar. De Raad oordeelde dat appellante de zorgtoeslag van haar ex-echtgenoot als inkomsten moet aanmerken en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de gemeente op de hoogte had gesteld van deze inkomsten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door de zorgtoeslag niet te melden.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 1 september 2015.