ECLI:NL:CRVB:2015:2973
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing van arbeidsverplichting op basis van medische adviezen in het kader van de WWB
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wormerland ongegrond heeft verklaard. Appellante ontving sinds 1 november 2007 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college had haar in een eerder besluit meegedeeld dat zij voor 20 tot 25 uur per week belastbaar werd geacht voor lichte werkzaamheden. In een later besluit werd appellante ontheffing verleend van de arbeidsverplichting voor 15 uur per week, maar dit besluit werd door appellante bestreden, omdat zij vond dat haar beperkingen waren onderschat.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het college zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de feiten en omstandigheden die ten grondslag lagen aan het besluit. Het advies van de medisch adviseur, dat is gebaseerd op eigen onderzoek en rekening houdt met de klachten van appellante, voldeed aan de eisen van zorgvuldigheid. De Raad concludeert dat er voldoende rekening is gehouden met de beperkingen van appellante, zowel de niet-objectiveerbare als de wel verklaarbare klachten. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die tot een ander oordeel zouden leiden.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door J.C.F. Talman, in tegenwoordigheid van C.M.A.V. van Kleef als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 september 2015.