ECLI:NL:CRVB:2015:2906
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functieclassificatie en ambtenarenrechtelijke geschillen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Appellant, werkzaam als Controller bij de Rijksgebouwendienst, was van mening dat hij ten onrechte niet was aangemerkt als functievolger voor de functie van Specialistisch Adviseur schaal 13-15. De rechtbank oordeelde dat de functie van Controller, die appellant voor de reorganisatie vervulde, voornamelijk uitvoerende werkzaamheden omvatte, terwijl de functie van Specialistisch Adviseur coördinerende en aansturende taken vereist. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties had appellant na een reorganisatie geplaatst in de functie van Senior Adviseur Bedrijfsvoering schaal 11-13, wat de rechtbank niet onredelijk achtte. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de werkzaamheden van appellant na zijn re-integratie hoofdzakelijk controlerend en uitvoerend van aard waren, en dat hij daarom niet als functievolger voor de Specialistisch Adviseur kon worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.