ECLI:NL:CRVB:2015:2869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering in verband met inkomensverlies en medische beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv niet-ontvankelijk werd verklaard en het beroep tegen een bestreden besluit ongegrond werd verklaard. Appellant, die als systeembeheerder ICT werkte, had zich ziek gemeld met diverse lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv had vastgesteld dat appellant geen recht had op een uitkering op grond van de Wet WIA, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Na bezwaar werd dit besluit herzien en werd vastgesteld dat appellant recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar appellant was het niet eens met de geschatte functies die hem werden aangeboden, omdat hij meende dat deze niet geschikt waren gezien zijn medische beperkingen, waaronder misofonie.
De rechtbank had overwogen dat de medische grondslag van het bestreden besluit voldoende was onderbouwd en dat de geselecteerde functies voor appellant passend waren, ondanks zijn klachten. Appellant stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de verzekeringsarts buiten zijn vakgebied was getreden door te stellen dat appellant stressarm werk in een prikkelarme omgeving nodig had. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, geen geluidsbelasting boven 80 dB hadden, wat binnen de vastgestelde beperkingen van appellant viel. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd.