ECLI:NL:CRVB:2015:2833
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en beoordeling van beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 14 april 2014 haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante, die als schoonmaakster werkte, had zich op 3 mei 2011 ziek gemeld vanwege fysieke en psychische klachten. Het Uwv concludeerde op 3 april 2013 dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en verleende geen WIA-uitkering. Dit besluit werd in bezwaar en beroep bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts zorgvuldig had gehandeld en dat er geen aanleiding was om aan de vastgestelde beperkingen te twijfelen. Appellante herhaalde in hoger beroep haar eerdere argumenten en verwees naar een later besluit van het Uwv, waaruit bleek dat zij recht had op een WGA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies passend waren voor appellante. De Raad concludeerde dat de aangevoerde gronden in hoger beroep niet voldoende waren om de eerdere oordelen te weerleggen. De uitspraak werd gedaan op 21 augustus 2015.