ECLI:NL:CRVB:2015:2793
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing bijstandsaanvraag en terugvordering voorschot
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die na het faillissement van zijn onderneming een bijstandsaanvraag had ingediend, was in geschil met het college van burgemeester en wethouders van Tilburg over de afwijzing van zijn aanvraag en de terugvordering van een voorschot. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op 30 juli 2012 bezwaar had gemaakt tegen de besluiten van 24 en 25 juli 2012. De Raad onderschrijft deze overwegingen en stelt vast dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claim dat hij op die datum bezwaar had ingediend. De Raad concludeert dat de klachtbrief die de appellant op 30 juli 2012 heeft ingediend, niet als bezwaarschrift kan worden aangemerkt, omdat deze niet de vereiste gronden bevatte en niet duidelijk was dat het om een bezwaar ging. De Raad bevestigt dat het college de klacht niet als bezwaarschrift hoefde op te vatten en dat de appellant in verzuim is geweest door zijn bezwaar na de termijn in te dienen. De uitspraak van de rechtbank wordt dan ook bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.