ECLI:NL:CRVB:2015:265
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending inlichtingenverplichting en bezit van vermogen in het buitenland
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van algemene en bijzondere bijstand aan appellanten, die een appartementencomplex in Turkije bezitten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden door niet te melden dat zij over vermogen in het buitenland beschikken. De zaak is ontstaan na een tip over het bezit van onroerend goed, waarna de gemeente Den Haag een onderzoek instelde. De bevindingen toonden aan dat appellanten niet in staat waren om aan te tonen dat zij geen recht hadden op bijstand, omdat zij niet de benodigde informatie hebben verstrekt. De rechtbank had eerder het beroep van appellanten tegen het besluit van de gemeente ongegrond verklaard. De Centrale Raad bevestigt deze uitspraak en stelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en terug te vorderen. Appellanten hebben niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de terugvordering rechtvaardigen. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op 3 februari 2015.