ECLI:NL:CRVB:2015:2544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstand na onjuiste opgave van inkomsten door appellanten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die in de periode van 26 oktober 2009 tot en met 31 oktober 2011 onterecht bijstand hebben ontvangen. Het college van burgemeester en wethouders van Weert had vastgesteld dat appellanten hun inkomsten uit arbeid niet correct hadden opgegeven, wat leidde tot een te hoge bijstandsverlening. De Raad heeft in een tussenuitspraak van 10 februari 2015 het college opgedragen om de motivering van de terugvordering te herstellen. In de uiteindelijke uitspraak heeft de Raad geoordeeld dat het college voldoende heeft aangetoond dat appellanten in totaal € 10.281,92 bruto aan ten onrechte ontvangen bijstand moeten terugbetalen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, waarbij de terugvordering is gehandhaafd. Appellant heeft aangevoerd dat hij door zijn gezondheidstoestand niet in staat is om terug te betalen, maar de Raad heeft deze argumenten niet als dringende redenen aangemerkt om van terugvordering af te zien. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.