ECLI:NL:CRVB:2015:2491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- E.C.R. Schut
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand en langdurigheidstoeslag wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen en langdurigheidstoeslag aan appellanten, die sinds respectievelijk 1 mei 1996 en 1 december 1996 bijstand ontvingen. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die de bezwaren van appellanten tegen de besluiten van het college ongegrond verklaarde. De intrekking van de bijstand is gebaseerd op de schending van de inlichtingenverplichting door appellanten, die niet hebben gemeld dat zij sinds 12 november 2009 een gezamenlijke huishouding voerden en dat appellant sinds 1 januari 2005 als glazenwasser werkte en daaruit inkomsten genoot. Het college heeft op basis van een melding en een onderzoek door de sociale recherche besloten om de bijstand van appellanten in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. De Raad oordeelt dat er voldoende bewijs is voor de gezamenlijke huishouding en de werkzaamheden van appellant, en dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hadden op bijstand. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.