ECLI:NL:CRVB:2015:2463
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WGA-loongerelateerde uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante, die eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontving, had haar uitkering aangevochten na een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om deze per 7 januari 2014 te beëindigen. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
Appellante had psychische klachten en was van mening dat haar medische situatie niet goed was beoordeeld. De Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek had verricht en dat de medische beperkingen van appellante niet waren onderschat. De verzekeringsarts had in rapporten toegelicht dat de classificatie van een ernstige depressieve stoornis met psychotische kenmerken niet meer van toepassing was en dat de FML voldoende rekening hield met de klachten van appellante.
De Raad concludeerde dat appellante in staat moest worden geacht de geselecteerde functies te vervullen, ondanks haar beperkingen. De argumenten van appellante in hoger beroep werden niet gevolgd, en de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 24 juli 2015.