ECLI:NL:CRVB:2015:246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- H.J. Dekker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bezwaar tegen buitenlandbijdrage en ontvankelijkheid in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een inwoner van Gambia, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de buitenlandbijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de jaren 2007, 2008 en 2009. De rechtbank had de beroepen van appellant deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat voor een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar geen plaats is indien het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard. De Raad volgde de rechtbank in haar overwegingen en bevestigde de uitspraak, waarbij werd vastgesteld dat appellant reeds voor 14 maart 2012 op de hoogte was van het standpunt van het Zorginstituut over zijn bijdrageplicht. De gemachtigde van appellant had in hoger beroep betoogd dat het een gemiste kans was om het bezwaar niet inhoudelijk te behandelen, maar de Raad zag geen aanleiding om dit standpunt te volgen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel treft en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.