ECLI:NL:CRVB:2015:2442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- C.H. Bangma
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van een sollicitant voor de functie van belastingdeurwaarder na selectieprocedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die werkzaam is als behandelfunctionaris bij de Belastingdienst Limburg en heeft gesolliciteerd naar de functie van belastingdeurwaarder. Na een selectiegesprek op 27 maart 2013, waarin appellant onvoldoende scoorde op de vereiste competenties, werd hem op 13 mei 2013 meegedeeld dat hij niet voor de functie was geselecteerd. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de staatssecretaris verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank Limburg bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 23 april 2014.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de staatssecretaris bij zijn beslissing het oordeel van de selectiecommissie als uitgangspunt heeft mogen nemen. De Raad benadrukt dat de beoordeling van de capaciteiten van de sollicitant door het bestuursorgaan beoordelingsvrijheid geniet, en dat de rechter terughoudend moet toetsen of het bestuursorgaan in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen. De Raad concludeert dat de scores van appellant op de verschillende competenties, die door de commissieleden zijn toegelicht, niet onhoudbaar zijn en dat er geen grond is om te stellen dat de staatssecretaris het eerdere geschiktheidsoordeel uit 1987 had moeten heroverwegen.
Uiteindelijk bevestigt de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak, waarmee het hoger beroep van appellant wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 23 juli 2015, met B.J. van de Griend als voorzitter en C.H. Bangma en H.A.A.G. Vermeulen als leden.