ECLI:NL:CRVB:2015:2439
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- C.H. Bangma
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen voorwaardelijk strafontslag van politieambtenaar wegens plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar tegen een voorwaardelijk strafontslag dat hem was opgelegd wegens plichtsverzuim. De appellant, werkzaam als medewerker service B bij de politie Midden Nederland, kreeg op 31 mei 2012 voorwaardelijk strafontslag vanwege het hinderlijk lastigvallen van een minderjarige. Dit ontslag zou pas ten uitvoer worden gelegd als de appellant zich binnen twee jaar opnieuw schuldig zou maken aan soortgelijk plichtsverzuim. In november 2012 maakte de korpschef bekend dat hij het voorwaardelijk strafontslag wilde effectueren, omdat de appellant zich opnieuw schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim door promotiemateriaal van de politie te stelen. De korpschef legde het ontslag op 15 januari 2013 ten uitvoer, wat door de rechtbank Midden-Nederland in een eerdere uitspraak werd bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de appellant zich schuldig had gemaakt aan de verweten gedragingen, maar dat de kwalificatie van deze gedragingen als 'ernstig plichtsverzuim' niet juist was. De Raad concludeerde dat het voorwaardelijk strafontslag niet ten uitvoer kon worden gelegd, omdat de gedragingen van de appellant niet voldeden aan de voorwaarden voor dergelijk ontslag. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van de korpschef, en oordeelde dat ook het subsidiair verleende ongeschiktheidsontslag geen stand kon houden. De korpschef werd veroordeeld tot het vergoeden van de kosten van de appellant in zowel beroep als hoger beroep.