ECLI:NL:CRVB:2015:2366
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Strafontslag en plichtsverzuim in onwerkbare situatie tussen ambtenaren
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen het ontslag dat hem door het college van burgemeester en wethouders van Renswoude is verleend. Appellant was sinds 2003 werkzaam bij de gemeente en had een problematische werkrelatie met zijn collega G, die voortkwam uit privéproblemen. Het college had appellant gewaarschuwd dat deze problemen niet mochten doorwerken in de werkzaamheden, maar heeft uiteindelijk besloten tot ontslag op basis van plichtsverzuim. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het ontslag gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college te vroeg heeft geconcludeerd dat er sprake was van een onhoudbare situatie. De Raad stelt vast dat het college onvoldoende heeft geprobeerd om de situatie op te lossen, zoals het aanbieden van een tijdelijke overplaatsing of detachering. Hierdoor kan het ontslag van appellant niet in stand blijven. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, verklaart het beroep van appellant gegrond en herroept het ontslag. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.