ECLI:NL:CRVB:2015:2340
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Weigering van gelijkstelling met vervolgde en afwijzing van periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juli 2015 uitspraak gedaan in het geding tussen een appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1940 in het toenmalig Nederlands-Indië, verzocht om gelijkstelling met de vervolgde op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv) en om in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering. De aanvraag werd door de Pensioen- en Uitkeringsraad afgewezen, omdat vastgesteld werd dat de appellant geen vervolging had ondergaan en er geen ziekten of gebreken waren die verband hielden met het meemaken van het wegvoeren van zijn moeder.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant niet kan worden gelijkgesteld met de vervolgde, omdat de gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt niet voldoen aan de definitie van vervolging zoals vastgelegd in de Wuv. De Raad heeft ook het standpunt van de geneeskundig adviseur, die concludeerde dat er geen verband was tussen de psychische klachten van de appellant en het wegvoeren van zijn moeder, onderschreven. De Raad oordeelde dat de medische gegevens geen aanleiding gaven om aan de conclusie van de Pensioen- en Uitkeringsraad te twijfelen.
De Raad heeft verder aangegeven dat de wetswijziging van 15 juli 1994 geen nieuwe mogelijkheden biedt voor de appellant om met de vervolgde gelijkgesteld te worden. De uitspraak van de Raad uit 2004 werd aangehaald ter ondersteuning van deze conclusie. Uiteindelijk werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.