ECLI:NL:CRVB:2015:229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van schuldig nalatig verklaring AOW-premie en ontvangst aanslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schuldig nalatig verklaring van de AOW-premie van appellant. Appellant, die op 16 november 2006 failliet was verklaard, had in 2005 een openstaande schuld van € 11.000,- aan de Belastingdienst. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had appellant op 10 juni 2010 geïnformeerd over deze schuld en verzocht om informatie over omstandigheden die aanleiding konden geven om van de schuldig nalatig verklaring af te zien. Appellant heeft echter geen overtuigend bewijs geleverd dat hij de aanslag niet heeft ontvangen.
De Svb verklaarde appellant op 18 oktober 2010 voor 100% schuldig nalatig, wat later door de rechtbank werd vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de Svb had moeten onderzoeken of het niet betalen van de AOW-premie aan appellant kon worden verweten, gezien zijn faillissement. In een nieuw besluit op 26 april 2012 verklaarde de Svb het bezwaar van appellant opnieuw ongegrond, met de stelling dat de aanslag ambtshalve was opgelegd.
De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak vastgesteld dat de aanslag over 2005 ambtshalve was opgelegd en dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij deze niet heeft ontvangen. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt, maar de Svb verzocht om bevestiging van de eerdere uitspraak. De Raad oordeelde dat appellant niet kon aantonen dat de aanslag niet was ontvangen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.