ECLI:NL:CRVB:2015:2270
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Weigering van een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na overlijden echtgenoot, met beoordeling van arbeidsongeschiktheid en hoorplicht
In deze zaak heeft appellante, na het overlijden van haar echtgenoot op 12 april 2012, een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) bij de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft, op advies van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), besloten om appellante niet als arbeidsongeschikt te beschouwen, wat resulteerde in een weigering van de uitkering op 24 juli 2012. Appellante heeft bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard door de Svb op 21 maart 2013. De rechtbank Den Haag heeft het beroep tegen dit besluit op 7 augustus 2013 eveneens ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen, vooral omdat zij niet in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, ondanks dat er nieuwe medische informatie was ingediend. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante zelf had aangegeven geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord, en dat de Svb niet verplicht was om haar alsnog te horen. De Raad heeft ook vastgesteld dat de medische beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen van het Uwv.
De Raad heeft uiteindelijk geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd werd. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 juli 2015.