ECLI:NL:CRVB:2015:2259
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening bijstand en eigendomsrecht woning in Marokko
Op 8 juli 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). Verzoeker, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft, ontving bijstand naar de norm voor een alleenstaande. Het college van burgemeester en wethouders van Leiden had de bijstand van verzoeker beëindigd op basis van het vermoeden dat hij over vermogen in Marokko beschikte, namelijk een woning. Verzoeker stelde dat de woning in Marokko eigendom was van zijn echtgenote en dat hij slechts als gemachtigde had opgetreden bij de aankoop. De voorzieningenrechter oordeelde dat het financiële belang van verzoeker spoedeisend was, aangezien hij geen inkomen had en geen nieuwe aanvraag om bijstand had ingediend. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening toe en bepaalde dat het college met ingang van 1 april 2015 aan verzoeker een voorschot op de bijstand moest verstrekken. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 980,- en moest het college het betaalde griffierecht van € 123,- vergoeden. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en is niet bindend voor de uiteindelijke beslissing in de bodemprocedure.