ECLI:NL:CRVB:2015:2136
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- C.H. Rombouts
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de opschorting en intrekking van de bijstandsuitkering van appellante, die sinds 9 mei 2006 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanleiding voor de opschorting was een melding van het Inlichtingenbureau over een hoog saldo op de bankrekening van appellante. Appellante heeft verzuimd om de gevraagde bankafschriften over te leggen en heeft geen uitleg gegeven over kasstortingen die tussen 2008 en 2012 op haar rekening zijn gedaan. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld, wat leidde tot de opschorting van de bijstand per 5 december 2012 en de intrekking van de bijstand met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.
De rechtbank Limburg heeft de eerdere besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen in twee afzonderlijke uitspraken bevestigd. Appellante heeft in hoger beroep de gronden herhaald die zij eerder had aangevoerd, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante haar inlichtingenverplichting niet was nagekomen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat zij recht had op bijstand in de betreffende periode.
De Raad concludeerde dat de intrekking en terugvordering van de bijstand terecht waren en dat de gronden van appellante in hoger beroep niet slaagden. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep werd gedaan op 30 juni 2015, waarbij de eerdere uitspraken van de rechtbank werden bevestigd.