Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die zich op 1 september 2009 ziek had gemeld met vermoeidheidsklachten en schouderklachten. Het Uwv had vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en had haar bezwaar tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De rechtbank Utrecht had eerder de beslissing van het Uwv bevestigd. Appellante stelde dat haar beperkingen door het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) waren onderschat en dat de geselecteerde functies niet geschikt waren.
De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende inzichtelijk had gemotiveerd dat de functies inpakker, machinaal metaalbewerker en samensteller kunststof en rubberindustrie medisch passend waren voor appellante. De verzekeringsarts bezwaar en beroep had in haar rapporten onderbouwd dat appellante, ondanks haar klachten, in staat was om zes uur per dag te werken, met inachtneming van haar rustbehoefte. De rechtbank had geen aanknopingspunten gevonden om de medische beoordeling van het Uwv te weerleggen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.