ECLI:NL:CRVB:2015:2111
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J. Riphagen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de aflossingscapaciteit door het Uwv in het kader van de Ziektewet en de WAO
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de aflossingscapaciteit van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Ziektewet (ZW). Het Uwv heeft op 13 april 2012 de aflossingscapaciteit van appellant vastgesteld op € 1.099,87 per maand, waarbij het inkomen van zowel appellant als zijn echtgenote uit twee dienstverbanden in aanmerking is genomen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag heeft de uitspraak van het Uwv bevestigd, waarop appellant in hoger beroep is gegaan.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de vastgestelde aflossingscapaciteit niet onjuist is. Hij stelt dat hij en zijn echtgenote ten tijde van de vaststelling geen gezamenlijke huishouding voerden en dat hij slechts bij één werkgever werkzaam was. Het Uwv heeft echter voldoende bewijs geleverd dat appellant bij twee werkgevers werkte en dat het inkomen van zijn echtgenote terecht is meegenomen in de berekening van de aflossingscapaciteit. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij is geoordeeld dat het Uwv de juiste procedure heeft gevolgd en de vastgestelde aflossingscapaciteit correct is.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de beoordeling van de aflossingscapaciteit niet alleen afhankelijk is van de vraag of appellant en zijn echtgenote een gezamenlijke huishouding voerden, maar ook van de feitelijke omstandigheden waaronder zij leefden. De Raad concludeert dat er geen sprake was van een duurzame scheiding, aangezien appellant en zijn echtgenote nog samenwoonden. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv de aflossingscapaciteit op basis van de beschikbare gegevens heeft vastgesteld.