ECLI:NL:CRVB:2015:2105
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor vervoersvoorziening en aanpassing berging op basis van medische noodzaak
In deze zaak heeft appellante op 20 september 2012 een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een driewielfiets en een aanpassing van de berging op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal, omdat er geen medische noodzaak werd vastgesteld. Het college baseerde zich op adviezen van verschillende medische adviseurs, waaronder een verzekeringsarts van A-rea, die concludeerde dat de huidige driewielfiets van appellante adequaat was en dat er geen noodzaak was voor aanpassing van de berging. Appellante ging in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 13 mei 2015 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat het college het positieve advies van Argonaut Movaris had genegeerd en dat de arts van A-rea de beperkingen van appellante had onderschat. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, evenals de adviezen van de betrokken artsen. De Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat de huidige driewielfiets niet adequaat was en dat de aanpassing van de berging niet noodzakelijk was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.