Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
HD
DÉCISION
groupe d’assurés.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering en een halfwezenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot op 17 februari 2012. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot van appellante op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene nabestaandenwet (ANW) en ook niet onder de Marokkaanse wettelijke regelingen viel. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat de Svb haar echtgenoot niet had geïnformeerd over de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren voor de ANW. De Raad oordeelde dat de Svb aan de echtgenoot van appellante in het verleden informatie had verstrekt over zijn verzekeringspositie en de mogelijkheid van vrijwillige verzekering. De Raad concludeerde dat de omstandigheden waarin appellante en haar kinderen zich bevonden, hoewel moeilijk, niet voldoende waren om van de dwingendrechtelijke bepalingen af te wijken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van de verzekeringsstatus en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen in het kader van sociale zekerheid. De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank.