ECLI:NL:CRVB:2015:2025

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 juni 2015
Publicatiedatum
24 juni 2015
Zaaknummer
14-3008 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn in AOW-zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant had op 21 september 2012 een aanvraag ingediend voor de inkoop van een vrijwillige verzekering onder de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze aanvraag werd door de Sociale verzekeringsbank (Svb) afgewezen op 2 oktober 2012, omdat deze niet binnen de vereiste termijn van tien jaar na de verplichte verzekering was ingediend. Hierop heeft de appellant op 21 oktober 2013 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing. Echter, in de beslissing op bezwaar van 6 november 2013 werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

De rechtbank Gelderland heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarop de appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 13 mei 2015 was de appellant niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. A.F.L.B. Metz. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die de overschrijding van de bezwaartermijn zouden kunnen verontschuldigen. De Raad concludeert dat de Svb het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaren en de strikte naleving van de termijnen zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht. De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerdere beslissing en bevestigt deze in zijn geheel.

Uitspraak

14/3008 AOW
Datum uitspraak: 24 juni 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van
20 mei 2014, 13/8088 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een reactie ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 mei 2015. Appellant is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.F.L.B. Metz.

OVERWEGINGEN

1. Appellant heeft op 21 september 2012 een aanvraag tot inkoop vrijwillige verzekering Algemene Ouderdomswet (AOW) ingediend bij de Svb. Met een besluit van 2 oktober 2012 heeft de Svb appellant laten weten dat deze aanvraag is afgewezen omdat de aanvraag niet is gedaan binnen tien jaar nadat appellant verplicht verzekerd voor de AOW is geraakt. Op
21 oktober 2013 heeft appellant bezwaar gemaakt tegen dit besluit. In de beslissing op bezwaar van 6 november 2013 (bestreden besluit) is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
2. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
3. Er bestaat geen aanleiding de aangevallen uitspraak voor onjuist te houden. Appellant heeft ook in hoger beroep geen redenen aangevoerd die als verontschuldiging voor het te laat indienen van het bezwaar kunnen gelden. De Svb heeft het bezwaar terecht niet ontvankelijk verklaard en de rechtbank heeft op juiste gronden het beroep ongegrond verklaard. De aangevallen uitspraak zal dan ook bevestigd worden.
4. Voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van H.J. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2015.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) H.J. Dekker

HD