ECLI:NL:CRVB:2015:2025
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn in AOW-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant had op 21 september 2012 een aanvraag ingediend voor de inkoop van een vrijwillige verzekering onder de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze aanvraag werd door de Sociale verzekeringsbank (Svb) afgewezen op 2 oktober 2012, omdat deze niet binnen de vereiste termijn van tien jaar na de verplichte verzekering was ingediend. Hierop heeft de appellant op 21 oktober 2013 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing. Echter, in de beslissing op bezwaar van 6 november 2013 werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarop de appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 13 mei 2015 was de appellant niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. A.F.L.B. Metz. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die de overschrijding van de bezwaartermijn zouden kunnen verontschuldigen. De Raad concludeert dat de Svb het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaren en de strikte naleving van de termijnen zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht. De Centrale Raad van Beroep heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerdere beslissing en bevestigt deze in zijn geheel.