ECLI:NL:CRVB:2015:2023
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen wegens niet verzekerde jaren en de ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Suriname, had in april 2010 recht gekregen op een AOW-pensioen, maar er was een korting van 64% toegepast vanwege 32 niet verzekerde jaren. De rechtbank had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, wat de Centrale Raad niet kon volgen. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de appellant geen gronden had aangevoerd met betrekking tot de periode van 1 april 1991 tot en met 31 december 1999. De Raad benadrukte dat bij de toetsing van de herhaalde aanvraag een onderscheid moet worden gemaakt tussen het verleden en de toekomst. De appellant had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die de Svb zouden dwingen om het oorspronkelijke besluit te herzien. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd bepaald dat de Svb het betaalde griffierecht aan de appellant moest vergoeden.