Uitspraak
OVERWEGINGEN
5 maart 2006 - evenals de latere weigering hem met toepassing van artikel 43a van de WAO met ingang van 21 mei 2009 opnieuw voor uitkering in aanmerking te brengen - onherroepelijk is geworden en dat sinds de intrekking per 5 maart 2006 meer dan vijf jaren zijn verstreken tot het moment (28 oktober 2012) waarop appellant zich (weer) toegenomen arbeidsongeschikt acht. De rechtbank is van oordeel dat het Uwv terecht heeft geweigerd om appellant met toepassing van artikel 43a van de WAO opnieuw uitkering toe te kennen.
5 maart 2006 en/of per 21 mei 2009, niet juist zijn, kan hij overwegen een verzoek bij het Uwv in te dienen tot herziening van die beslissing(en). Volgens de gemachtigde van appellant zou een dergelijk verzoek inmiddels ook al zijn ingediend.
WAO-verzekerd was, daar hij geen verzekeringsplichtige arbeid meer heeft verricht en hij ook anderszins voor die wet niet langer verzekerd was. Ten slotte is door de gemachtigde van appellant desgevraagd ook expliciet verklaard dat het Uwv de aanvang van de vijfjaarstermijn als bedoeld in artikel 43a van de WAO met juistheid heeft bepaald op 5 maart 2006. Over al deze uitgangspunten verschillen partijen derhalve niet van mening.
BESLISSING
G. van Zeben-de Vries als leden, in tegenwoordigheid van W. de Braal als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 juni 2015.