ECLI:NL:CRVB:2015:1950
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.T. Boerlage
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van loonsuppletie en dwangsom bij aanvraag loonsuppletie voor onderwijspersoneel
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van loonsuppletie voor een appellant die werkzaam was als leerkracht. De appellant had op 6 maart 2012 een aanvraag ingediend voor loonsuppletie op basis van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel (BBWO). De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen had op 7 mei 2012 loonsuppletie toegekend, maar op 7 juni 2012 werd dit recht beëindigd met ingang van 5 juli 2012, omdat de appellant geen werkzaamheden meer verrichtte en zijn arbeidsovereenkomst afliep. De appellant stelde de minister in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag, maar de minister had binnen de gestelde termijn beslist, waardoor er geen dwangsom verschuldigd was. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de beëindiging van de loonsuppletie rechtmatig was, omdat de appellant na 5 juli 2012 geen recht meer had op loonsuppletie. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat het beroep niet gegrond was.