ECLI:NL:CRVB:2015:1897

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
15 juni 2015
Zaaknummer
13-3104 ZW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Ch. van Voorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake socialezekerheidsrecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 13-3104 ZW-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 13 maart 2015, waarin een foutieve datum van de zitting was vermeld. De Raad heeft vastgesteld dat de datum van het onderzoek ter zitting, dat plaatsvond op 30 januari 2015, onjuist was weergegeven in de eerdere uitspraak. Om deze fout te corrigeren, heeft de Raad beide partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Beide partijen hebben echter geen bezwaar gemaakt tegen de rectificatie, aangezien zij niet hebben gereageerd op de brief van 26 maart 2015 waarin zij hierover werden geïnformeerd. De Raad heeft vervolgens besloten om de uitspraak van 13 maart 2015 te wijzigen door de correcte datum van de zitting op te nemen. De rectificatie is gedaan door mr. Ch. van Voorst, in aanwezigheid van griffier P. Boer, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 26 mei 2015.

Uitspraak

13/3104 ZW-R
Datum uitspraak: 26 mei 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 13 maart 2015, 13/3104 ZW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft vastgesteld dat in zijn uitspraak van 13 maart 2015, 13/3104 ZW, onder PROCESVERLOOP een foutieve datum van de zitting staat vermeld.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Beide partijen zijn bij brief van 26 maart 2015 in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. In voornoemde brief is vermeld dat indien er binnen vier weken geen reactie is ontvangen de Raad ervan uitgaat dat men geen bezwaar heeft tegen de rectificatie. Geen van de partijen heeft hierop gereageerd.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de uitspraak van 13 maart 2015 als volgt.
Pagina 2, vierde volzin, onder PROCESVERLOOP wordt:
“Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 januari 2015.”

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 13 maart 2015, 13/3104 ZW,
met de wijziging als onder de rubriek OVERWEGINGEN is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Ch. van Voorst, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2015.
(getekend) Ch. van Voorst
(getekend) P. Boer
JvC