ECLI:NL:CRVB:2015:1799
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Herziening van AOW-pensioenen en onrechtmatig huisbezoek
In deze zaak gaat het om de herziening van de AOW-pensioenen van appellanten, die als ongehuwden pensioen ontvingen. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft in 2013 huisbezoeken afgelegd om te onderzoeken of appellanten een gezamenlijke huishouding voerden. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de verklaringen van appellanten tijdens deze huisbezoeken buiten beschouwing moeten blijven, omdat de huisbezoeken onrechtmatig waren. De Raad stelt vast dat er onvoldoende feitelijke grondslag is voor het standpunt van de Svb dat appellanten in juni 2011 een gezamenlijke huishouding zijn gaan voeren. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg en herroept de besluiten van de Svb, omdat deze niet op een deugdelijke motivering berusten. De Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die in totaal € 1.960,- bedragen. De uitspraak is gedaan op 9 juni 2015.