ECLI:NL:CRVB:2015:172
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een geschil over de proceskostenveroordeling in het kader van een aanvraag voor bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Betrokkene had op 21 juni 2012 een aanvraag ingediend, maar de gemeente Rotterdam, als appellant, had niet tijdig een besluit genomen. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit en de rechtbank heeft de gemeente veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 708,-. De rechtbank had 1 punt toegekend voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor de brief van 28 januari 2013 en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een wegingsfactor van 0,5.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en betoogd dat de rechtbank ten onrechte 1 punt heeft toegekend voor de brief van 28 januari 2013. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat deze brief een schriftelijke zienswijze betreft na inlichtingen als bedoeld in artikel 8:45, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht had voor deze schriftelijke zienswijze slechts 0,5 punt moeten worden toegekend. De Raad heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de eerdere proceskostenveroordeling vernietigd, waarbij de proceskosten in beroep zijn vastgesteld op € 590,-.
De uitspraak is gedaan door P.W. van Straalen, in tegenwoordigheid van M.S. Boomhouwer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 januari 2015.