ECLI:NL:CRVB:2015:171
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) door het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf. Appellante, geboren in 1955, heeft in het verleden verschillende uitkeringen ontvangen, maar voldeed niet aan de voorwaarden voor de IOAW-uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op de eerste werkloosheidsdag niet de vereiste leeftijd van 50 jaar had bereikt en na het bereiken van deze leeftijd geen recht had op een uitkering van meer dan drie maanden. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de dwingendrechtelijke bepalingen van de IOAW rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan door P.W. van Straalen, met M.S. Boomhouwer als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.