Uitspraak
16 oktober 2013, 13/4753 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had een maatregel opgelegd gekregen omdat hij niet had meegewerkt aan een aangeboden taalcursus. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de appellant ging hiertegen in hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet met medische stukken aannemelijk heeft gemaakt dat hij om medische redenen niet in staat was de taalcursus te volgen. De bedrijfsarts had in een sociaal medisch advies aangegeven dat er geen bezwaar was tegen deelname aan de taalcursus, ondanks de psychische en fysieke klachten van de appellant. De Raad concludeert dat het college terecht de maatregel heeft opgelegd, omdat de appellant niet heeft meegewerkt aan de arbeidsverplichtingen die voortvloeien uit de WWB. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.