ECLI:NL:CRVB:2015:1700
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen proceskostenveroordeling en griffierecht in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De rechtbank had in haar uitspraak van 25 november 2013, zaaknummer 13/655, het beroep van betrokkene ongegrond verklaard en het college veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, omdat zij van mening was dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er aanleiding was om hen te veroordelen tot deze kosten.
De Raad heeft vastgesteld dat het college in eerste instantie een verzoek om bijzondere bijstand voor tandartskosten had afgewezen, maar later, na bezwaar, bijzondere bijstand had toegekend. De rechtbank had echter geen plaats gezien voor de door betrokkene gevraagde vergoeding van extra proces- en incassokosten. In de uitspraak van de Raad werd geconcludeerd dat er geen aanknopingspunt was voor de proceskostenveroordeling door de rechtbank, en dat het college op goede gronden had aangevoerd dat deze veroordeling onterecht was.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak vernietigd voor zover het betreft de bepalingen over de proceskosten en het griffierecht. De Raad heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten in hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 juni 2015.