ECLI:NL:CRVB:2015:169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens onvoldoende medewerking aan re-integratietraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. De appellant, die sinds 14 augustus 2004 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had onvoldoende meegewerkt aan zijn re-integratietraject bij het reïntegratiebedrijf Agens. Dit leidde tot een verlaging van zijn bijstand met 100% over een periode van drie maanden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant meerdere keren zonder gegronde redenen niet is verschenen op afspraken en dat er geen medische informatie beschikbaar was die aantoonde dat hij niet in staat was om het traject te volgen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het college terecht de maatregel had opgelegd, gezien het volhardend verwijtbare gedrag van appellant en het gebrek aan medewerking aan het re-integratietraject. De Raad heeft de beslissing van de rechtbank onderschreven en het verzoek van appellant om schadevergoeding afgewezen, evenals het verzoek om veroordeling in de proceskosten.