ECLI:NL:CRVB:2015:1659
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die sinds 25 december 2010 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor bijstand, maar deze werd afgewezen omdat hij niet zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er in de te beoordelen periode sprake was van een wijziging van omstandigheden die zijn recht op bijstand zou kunnen onderbouwen. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij werd gekeken naar de verklaringen van de appellant over zijn woon- en verblijfsituatie. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen dat hij op het opgegeven adres woonde. De eerdere afwijzing van de aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo werd dan ook bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor bijstandsaanvragen en de noodzaak voor aanvragers om wijzigingen in hun situatie tijdig en adequaat te melden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.