ECLI:NL:CRVB:2015:1630
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van artikel 11 van het Besluit Dagloonregels werknemersverzekeringen op WAZO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de toepassing van artikel 11 van het Besluit Dagloonregels werknemersverzekeringen op de WAZO-uitkering van appellante. De rechtbank had geoordeeld dat het Uwv de WAZO-uitkering van appellante correct had vastgesteld op basis van een referteperiode van een maand, in dit geval april 2013, in plaats van een jaar. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van haar WAZO-dagloon, dat door het Uwv was vastgesteld op € 103,37, en stelde dat artikel 3:13, derde lid, van de WAZO van toepassing zou moeten zijn, wat zou leiden tot een hoger bedrag gelijk aan het ZW-dagloon van € 109,80.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv terecht artikel 11 van het Besluit had toegepast. De Raad stelde vast dat de regelgeving waar appellante naar verwees pas op 1 juni 2013 in werking was getreden en dus niet van toepassing was op haar WAZO-uitkering, die vóór deze datum was aangevraagd. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de referteperiode van een maand correct was en dat het WAZO-dagloon juist was berekend. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.