Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
€ 118,- vergoedt;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtsgevolgen van een bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden in stand zijn gelaten. Appellante, die sinds 1 mei 1974 in dienst was van de gemeente Leeuwarden, heeft een verzoek ingediend om een besluit te nemen over haar aanspraken op wachtgeld in verband met haar ontslag bij WTC Expo. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het sociaal plan (SPF) van toepassing was en dat de werkloosheidsuitkering voor de duur en tot het niveau van de uitkeringsregelingen die golden ten tijde van het ontslag bij WTC Expo moest worden aangevuld. Het college had echter gesteld dat appellante geen aanspraak kon maken op uitbetaling van uitkeringsrechten, omdat zij meer had ontvangen dan zij op grond van het ontslag als gemeenteambtenaar zou hebben verkregen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er nader onderzoek nodig is om te bepalen of de aanspraak van appellante op een nawettelijke uitkering tot uitbetaling leidt. De Raad stelt vast dat de ontbindingsvergoeding die appellante heeft ontvangen, moet worden aangemerkt als inkomen in verband met arbeid, wat gevolgen heeft voor de hoogte van de nawettelijke uitkering. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand heeft gelaten en draagt het college op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellante.