ECLI:NL:CRVB:2015:1600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor arbeid als beveiliger
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. Appellant, die sinds 4 augustus 2011 niet meer in staat was om zijn werkzaamheden als beveiliger uit te voeren, was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 31 oktober 2012 onderzocht door een verzekeringsarts. Deze arts concludeerde dat appellant per 5 november 2012 weer geschikt was voor zijn werk. Appellant ging tegen deze beslissing in beroep, maar de rechtbank verklaarde zijn beroep ongegrond, waarbij werd vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd.
In hoger beroep heeft appellant de conclusies van de psychiater M.Ch. Doorakkers ingeroepen, die stelde dat appellant forse beperkingen had en niet belastbaar was voor werk. Appellant betoogde dat deze conclusies ook relevant waren voor de datum in geding, 5 november 2012. De Raad overwoog echter dat de bevindingen van de huisarts en psychiater uit 2013 niet konden worden toegepast op de situatie van appellant in 2012. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank en concludeerde dat er geen aanleiding was om de eerdere bevindingen te herzien.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gedaan. De zaak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de relevantie van tijdige medische beoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheid.