ECLI:NL:CRVB:2015:1548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- F. Hoogendijk
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen in het kader van gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de intrekking en (mede)terugvordering van algemene bijstand, bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag aan appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking was gebaseerd op het vermoeden dat appellante samenwoonde met appellant, wat zij ontkenden. De sociale recherche had onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, waarbij onder andere dossieronderzoek en observaties zijn verricht. De Raad oordeelde dat er voldoende bewijs was dat appellante en appellant in de te beoordelen periode een gezamenlijke huishouding voerden, ondanks de argumenten van appellanten dat appellant als internationaal vrachtwagenchauffeur niet zijn hoofdverblijf bij appellante had. De Raad concludeerde dat de verklaringen van appellanten en de onderzoeksresultaten voldoende grondslag boden voor de conclusie dat appellant zijn hoofdverblijf had op het adres van appellante. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat aan de vereisten voor een gezamenlijke huishouding was voldaan, zowel wat betreft het hoofdverblijf als de wederzijdse zorg.